ECLI:NL:RBDHA:2023:3833
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een dwangakkoord in een faillissementszaak met betrekking tot een problematische schuldensituatie
In deze zaak heeft mevrouw [naam01] een verzoek ingediend bij de rechtbank om een dwangakkoord op te leggen aan haar schuldeiser, De Haagsche Glashandel B.V., omdat deze niet akkoord ging met haar voorstel voor een schuldregeling. Mevrouw [naam01] heeft een schuldenlast van € 8.534,69 aan elf schuldeisers en heeft een voorstel gedaan waarbij zij gedurende 36 maanden 1,84% van de vorderingen zou aflossen, met kwijtschelding van het restant. De meerderheid van de schuldeisers heeft dit voorstel geaccepteerd, maar de Glashandel, die 9,42% van de totale schuldenlast vertegenwoordigt, heeft geweigerd.
De rechtbank heeft op 23 maart 2023 geoordeeld dat het verzoek van mevrouw [naam01] om een dwangakkoord op te leggen toewijsbaar is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldbemiddeling op de juiste wijze is uitgevoerd door de gemeente [plaats01] en dat het voorstel goed gedocumenteerd is. De rechtbank heeft een belangenafweging gemaakt en geconcludeerd dat de belangen van de meerderheid van de schuldeisers zwaarder wegen dan die van de Glashandel. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat het voorstel van mevrouw [naam01] het maximaal haalbare is, gezien haar psychische problematiek en haar beperkte mogelijkheden om meer te bieden.
De rechtbank heeft de Glashandel opgedragen in te stemmen met de schuldregeling en het verzoek van mevrouw [naam01] om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) afgewezen, omdat dit niet langer aan de orde was. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. R.G.C. Veneman, rechter, in samenwerking met F.J. Knaap LL.B., griffier.