In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 23 maart 2023, wordt het beroep van eisers, allen van Syrische nationaliteit, behandeld. Eisers hebben beroep ingesteld omdat de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet tijdig heeft beslist op hun aanvraag van 24 augustus 2021 voor een machtiging voor voorlopig verblijf. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris de wettelijke beslistermijn van negentig dagen heeft overschreden, en dat eisers op 21 maart 2022 in gebreke zijn gesteld. De rechtbank heeft besloten dat de Staatssecretaris binnen twee weken na de uitspraak een nieuw besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft de dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, die verschuldigd is vanaf 6 april 2022 tot 17 mei 2022. Het beroep is gegrond verklaard, en de Staatssecretaris is verplicht het betaalde griffierecht van € 184,- en de proceskosten van € 418,50 aan eisers te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.