ECLI:NL:RBDHA:2023:3813

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 maart 2023
Publicatiedatum
23 maart 2023
Zaaknummer
NL23.2730
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielverzoek met verwijzing naar verantwoordelijkheid Zweden

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 maart 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, had tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 30 januari 2023, hield in dat de aanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Zweden verantwoordelijk was voor de behandeling van het asielverzoek.

Tijdens de zitting op 28 februari 2023, waar verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde mr. B.W.M. Toemen en waar ook een tolk aanwezig was, is het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. De voorzieningenrechter heeft in overweging genomen dat er al een uitspraak was gedaan in een gerelateerde zaak (NL23.2729) op dezelfde datum, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig was.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.2730
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V nummer]

(gemachtigde: mr. B.W.M. Toemen),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: M. Talsma).

Procesverloop

Bij besluit van 30 januari 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Zweden verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL23.2729, op 28 februari 2023 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen I. Fadl. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.2729, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
K.F.K. Hoogbruin, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
14 maart 2023

Documentcode: [Documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.