In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 maart 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Gambiaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard. Eiser had aangevoerd dat hij per ongeluk brand had gesticht in zijn naaiatelier, wat leidde tot problemen met zijn buren. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van eiser tegenstrijdig en onvoldoende gedetailleerd waren, waardoor de staatssecretaris de aanvraag terecht ongeloofwaardig kon achten. Eiser had geen overtuigende verklaring kunnen geven over de gebeurtenissen die zich meer dan 11 jaar geleden hadden voorgedaan, en zijn inconsistenties in verklaringen over de tijdlijn en de schadevergoeding werden als problematisch beschouwd. De rechtbank concludeerde dat eiser niet in aanmerking kwam voor toelating op grond van de Vreemdelingenwet 2000, en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen een week na bekendmaking.