ECLI:NL:RBDHA:2023:378

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 januari 2023
Publicatiedatum
19 januari 2023
Zaaknummer
NL22.24794
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met verwijzing naar verantwoordelijkheidsbeginsel

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 januari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. I. Vugs, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Echter, het bestreden besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 28 november 2022 was genomen, weigerde de aanvraag in behandeling te nemen op de grond dat Bulgarije verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag.

De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 5 januari 2023, waar de verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk, S. Van Osta-Mohamed. De vertegenwoordiger van de verweerder was ook aanwezig. Tijdens de zitting is het verzoek om voorlopige voorziening behandeld, samen met een ander beroep (zaaknummer NL22.24793).

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak die op dezelfde dag is gedaan in de andere zaak, er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E.R. Houweling, in aanwezigheid van griffier mr. B. Tijssen, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.24794

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. W.P.R. Peeters),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. I. Vugs).

Procesverloop

Bij besluit van 28 november 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Bulgarije verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL22.24793 (het beroep), op 5 januari 2023 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen S. Van Osta-Mohamed. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.24793, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.R. Houweling, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. B. Tijssen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.