Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak hebben verzoekers beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvraag van verzoekers om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor het doel 'verblijf als familie- of gezinslid' werd op 5 augustus 2021 afgewezen. Verzoekers maakten op 30 augustus 2021 bezwaar tegen deze afwijzing. Op 4 november 2022 heeft de staatssecretaris alsnog op het bezwaar beslist. Verzoekers hebben vervolgens hun beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Aangezien verzoekers hun beroep hebben ingetrokken omdat het bestuursorgaan hen tegemoet is gekomen, heeft de rechtbank de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van verzoekers.
De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 418,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht. De rechtbank heeft de wegingsfactor 'licht' toegepast, omdat het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, rechter, en is openbaar gemaakt op 22 maart 2023.