ECLI:NL:RBDHA:2023:3719
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om zorgmachtiging op basis van vrijwillige zorg en herstel van betrokkene
Op 1 maart 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor betrokkene, die lijdt aan een ongespecificeerde psychotische stoornis met een paranoïde waansysteem. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij betrokkene, zijn advocaat en verschillende zorgverleners aanwezig waren. Betrokkene heeft tijdens de zitting verklaard dat het goed met hem gaat en dat hij bereid is om vrijwillig mee te werken aan zijn behandeling. Hij heeft aangegeven dat hij de afgelopen tijd grote stappen heeft gemaakt in zijn herstel en dat hij nu goed omgaat met de vrijheden die hem zijn gegeven.
De advocaat van betrokkene heeft bepleit dat er geen sprake meer is van ernstig nadeel en dat de zorgmachtiging niet nodig is. De rechtbank heeft vastgesteld dat er mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis en dat de samenwerking met betrokkene op dit moment goed verloopt. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat betrokkene bereid is om nog tien dagen in de instelling te blijven, ongeacht de beslissing over de zorgmachtiging.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen juridische grond is om het verzoek tot zorgmachtiging toe te wijzen, omdat er voldoende vertrouwen is in de bereidheid van betrokkene om vrijwillig mee te werken aan zijn behandeling. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen en benadrukt dat betrokkene zich zal blijven inzetten voor zijn herstel en de ambulante behandeling.