ECLI:NL:RBDHA:2023:3665

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 maart 2023
Publicatiedatum
21 maart 2023
Zaaknummer
NL23.5717
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na beslissing op beroep

Op 21 maart 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak NL23.5717, waarin een verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen. De zaak betreft een verzoeker van Eritrese nationaliteit, die op 8 december 2022 een asielaanvraag indiende. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 20 februari 2023 niet-ontvankelijk verklaard. Hiertegen heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 16 maart 2023 behandeld, samen met een andere zaak (NL23.5716). Tijdens de zitting waren de verzoeker, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig. In de uitspraak van dezelfde dag in zaak NL23.5716 heeft de rechtbank al op het beroep beslist, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en bepaald dat de verzoeker geen proceskosten vergoed krijgt. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, in aanwezigheid van mr. M. Lok als griffier. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.5717

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker,

geboren op [geboortedatum] ,
van Eritrese nationaliteit,
V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. B.H. Werink),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris

(gemachtigde: mr. A.J. Rossingh).

Inleiding

1. In het besluit van 20 februari 2023 heeft de staatssecretaris verzoekers asielaanvraag van 8 december 2022 niet-ontvankelijk verklaard.
1.1
Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening verzocht.
1.2
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL23.5716, op
16 maart 2023 op zitting behandeld. Aan de zitting hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigde van verzoeker, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. In de uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.5716, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af.
3. Verzoeker krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M. Lok, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.