ECLI:NL:RBDHA:2023:3654
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de afwijzing van een asielaanvraag en de gevolgen van vrijwillig vertrek
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 21 maart 2023, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, van Surinaamse nationaliteit, had op 5 december 2022 een asielaanvraag ingediend, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 22 februari 2023 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De staatssecretaris had daarbij een vertrektermijn onthouden en een inreisverbod opgelegd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen toestemming hebben gegeven om zonder zitting uitspraak te doen, waarna het onderzoek is gesloten. Op 14 maart 2023 heeft de staatssecretaris de rechtbank geïnformeerd dat eiser op 1 maart 2023 met hulp van de IOM vrijwillig naar Suriname is vertrokken. Eiser heeft op de vertrekverklaring ingestemd met de beëindiging van alle lopende verblijfsprocedures in Nederland. De gemachtigde van eiser heeft aangegeven geen contact meer te hebben met eiser, wat de rechtbank doet concluderen dat eiser geen prijs meer stelt op de internationale bescherming die hij in Nederland zocht.
Hierdoor heeft eiser geen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, wat leidt tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft beslist dat eiser geen proceskostenvergoeding ontvangt. Deze uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Eiser kan binnen een week na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.