ECLI:NL:RBDHA:2023:3651
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor het kappen van een esdoorn op achtererf
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 6 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de weigering van een omgevingsvergunning voor het kappen van een esdoorn. Eiseres, woonachtig aan [adres] in [plaats], had de vergunning aangevraagd omdat zij overlast ervoer van de boom die op het achtererf van haar perceel stond. De rechtbank oordeelde dat verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, in redelijkheid de vergunning had kunnen weigeren. Dit besluit was gebaseerd op het advies van de groenbeheerder, die had geconcludeerd dat de waarden van de boom zwaarder wogen dan de belangen van eiseres. Eiseres voerde aan dat niet alleen zij, maar ook haar buren hinder ondervonden van de esdoorn, en dat snoeien niet voldoende zou zijn om de overlast te verhelpen. Ze verwees naar een eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, maar de rechtbank oordeelde dat de situatie niet vergelijkbaar was. De rechtbank concludeerde dat er geen reden was om aan het advies van de groenbeheerder te twijfelen en dat het beroep van eiseres ongegrond was. Tevens werd het verzoek om vergoeding van proceskosten afgewezen.