ECLI:NL:RBDHA:2023:3627
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na uitspraak op samenhangend beroep
Op 20 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag die eerder op 9 februari 2023 door de staatssecretaris was afgewezen als kennelijk ongegrond. Tevens was aan de verzoeker een inreisverbod van twee jaar opgelegd. De verzoeker had beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, dat geregistreerd was onder zaaknummer NL23.4208.
De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. In de uitspraak van vandaag heeft de rechtbank ook op het beroep van de verzoeker beslist, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening is komen te vervallen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, in aanwezigheid van A.J. van Bruggen als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.