ECLI:NL:RBDHA:2023:3611
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens overschrijding beslistermijn en gebrek aan geldige ingebrekestelling
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag van 4 januari 2022 beoordeeld. Eiseres, van Nigeriaanse nationaliteit, had eerder een asielverzoek ingediend in Duitsland, wat leidde tot een terugnameverzoek aan de Duitse autoriteiten. Op 2 september 2022 werd eiseres door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) toegelaten tot de nationale procedure, omdat Nederland verantwoordelijk werd voor de behandeling van haar asielaanvraag. De rechtbank constateert dat de beslistermijn van zes maanden, zoals voorgeschreven door de Vreemdelingenwet, op 2 maart 2023 verstreken was zonder dat er een beslissing was genomen door verweerder, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Eiseres had op 8 september 2022 verweerder in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat er op dat moment nog geen sprake was van een geldige ingebrekestelling. Hierdoor is het beroep van eiseres niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank benadrukt dat voor een proceskostenveroordeling geen aanleiding bestaat. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, in aanwezigheid van N.G. Fuller, griffier, en is openbaar gemaakt op 21 maart 2023.