ECLI:NL:RBDHA:2023:3584
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. J.P. Sanchez Montoto, beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, van 22 juli 2022. De rechtbank Den Haag heeft op 10 januari 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder zaaknummer NL22.16254, en heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft dit gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank overweegt dat een eiser die beroep instelt, verplicht is om griffierecht te betalen, zoals vastgelegd in artikel 8:41 van de Awb. In deze zaak bedraagt het griffierecht € 184,-. De griffier heeft eiseres per aangetekende brief van 18 november 2022 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen vier weken te betalen. Eiseres heeft echter nagelaten het griffierecht te betalen en heeft geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven.
Aangezien het griffierecht niet tijdig is betaald en er geen verontschuldiging is voor het verzuim, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft voorts geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 10 januari 2023.