ECLI:NL:RBDHA:2023:3582

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 februari 2023
Publicatiedatum
20 maart 2023
Zaaknummer
NL22.16032
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Deze uitspraak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, gedateerd 22 juli 2022. De voorzieningenrechter heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat het verzoeker niet is gelukt om het griffierecht te betalen. Dit griffierecht bedraagt € 184,- en is een vereiste voor de behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening volgens artikel 8:82, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De voorzieningenrechter heeft op 20 augustus 2022 een aangetekende brief gestuurd naar verzoeker, waarin hij werd geïnformeerd dat het griffierecht binnen twee weken betaald moest worden. Aangezien het griffierecht niet is ontvangen en verzoeker geen geldige reden heeft gegeven voor het niet betalen, kan de voorzieningenrechter het verzoek niet inhoudelijk behandelen.

De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is, wat betekent dat er geen verdere behandeling van de zaak zal plaatsvinden. Er is ook geen sprake van een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, en is bekendgemaakt op 3 februari 2023.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.16032
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. A.H. Hekman),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het verzoek om een voorlopige voorziening tegen het besluit van verweerder van 22 juli 2022.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Verzoeker heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de voorzieningenrechter de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de voorzieningenrechter dat verder uit.
2. Iemand die een verzoek om een voorlopige voorziening doet, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:82, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 184,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de voorzieningenrechter het verzoek niet inhoudelijk mag behandelen. Dat kan anders zijn als daarvoor een geldige reden is.
4. De voorzieningenrechter heeft verzoeker op 20 augustus 2022 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat verzoeker het griffierecht binnen twee weken moet betalen aan de voorzieningenrechter.
5. De voorzieningenrechter heeft het bedrag niet ontvangen. Verzoeker heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het verzoek zal niet inhoudelijk worden behandeld en de voorzieningenrechter zal geen uitspraak over het verzoek doen. Het verzoek is kennelijk niet-ontvankelijk
7. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van
N. Dayerizadeh, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
03 februari 2023

Documentcode: [documentcode]

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.