ECLI:NL:RBDHA:2023:3582
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Deze uitspraak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, gedateerd 22 juli 2022. De voorzieningenrechter heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat het verzoeker niet is gelukt om het griffierecht te betalen. Dit griffierecht bedraagt € 184,- en is een vereiste voor de behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening volgens artikel 8:82, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De voorzieningenrechter heeft op 20 augustus 2022 een aangetekende brief gestuurd naar verzoeker, waarin hij werd geïnformeerd dat het griffierecht binnen twee weken betaald moest worden. Aangezien het griffierecht niet is ontvangen en verzoeker geen geldige reden heeft gegeven voor het niet betalen, kan de voorzieningenrechter het verzoek niet inhoudelijk behandelen.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is, wat betekent dat er geen verdere behandeling van de zaak zal plaatsvinden. Er is ook geen sprake van een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, en is bekendgemaakt op 3 februari 2023.