Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 maart 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een eiser met de Russische nationaliteit. De eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij hem op 14 februari 2023 de maatregel van bewaring was opgelegd op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft de zaak behandeld op zitting op 6 maart 2023, waarbij de eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De rechtbank heeft overwogen dat de staandehouding van de eiser niet onrechtmatig was, ondanks tegenstrijdige verklaringen in de proces-verbalen. De rechtbank concludeert dat er voldoende gronden waren voor de maatregel van bewaring, aangezien er aanwijzingen waren voor een mogelijke overdracht van de eiser naar Zwitserland op basis van de Dublinverordening. Echter, de rechtbank oordeelt dat verweerder niet op de hoogte was van de verantwoordelijkheden van Kroatië ten tijde van de maatregel. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 10 maart 2023.