ECLI:NL:RBDHA:2023:3545

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 maart 2023
Publicatiedatum
20 maart 2023
Zaaknummer
NL23.2738
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Guinese eiser na politieke manifestatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 maart 2023 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van een Guinese eiser, die vreesde voor vervolging na deelname aan een politieke manifestatie in 2009. De eiser, die stelt dat hij op 28 september 2009 aanwezig was bij deze manifestatie in Conakry, heeft aangevoerd dat hij moest vluchten voor geweld van regeringstroepen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de asielaanvraag echter afgewezen als ongegrond, wat de eiser heeft doen besluiten om beroep in te stellen.

Tijdens de zitting op 3 maart 2023 heeft de rechtbank de zaak behandeld, waarbij beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris voldoende gemotiveerd heeft dat de verklaringen van de eiser niet aannemelijk maken dat hij bij terugkeer naar Guinee een reëel risico loopt op ernstige schade of vervolging. De rechtbank oordeelt dat de eiser niet heeft aangetoond dat hij bekend was bij de Guinese autoriteiten als deelnemer aan de manifestatie, en dat de slechte behandeling door zijn oom niet onder de vervolgingsgronden valt zoals vastgelegd in het Vluchtelingenverdrag.

De rechtbank heeft de asielaanvraag van de eiser afgewezen en het beroep ongegrond verklaard. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.2738
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser,

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. P.R. Klaver),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: mr. M. Lorier).

ProcesverloopBij besluit van 24 januari 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser afgewezen als ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 3 maart 2023 op zitting behandeld. Partijen hebben zicht laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedatum] en de Guinese nationaliteit te hebben.
2. Hij heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij op 28 september 2009 aanwezig was bij een politieke manifestatie in Conakry en dat hij toen heeft moeten vluchten voor het geweld van regeringstroepen. Daarnaast heeft hij verklaard dat hij als kind slecht is behandeld door zijn oom.
3. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen als ongegrond.
4. Voor zover eiser voor de gronden van beroep heeft volstaan met de verwijzing naar zijn zienswijze stelt de rechtbank vast dat verweerder daar in het bestreden besluit afdoende op heeft gereageerd.
5. Verweerder gaat uit van eisers verklaringen, maar heeft voldoende gemotiveerd dat daarmee niet aannemelijk is geworden dat eiser heeft te vrezen voor vervolging of dat eiser bij terugkeer in Guinee een reëel risico loopt op ernstige schade.
6. Verweerder stelt terecht dat uit de verklaringen van eiser niet kan worden afgeleid dat hij bij de Guinese autoriteiten bekend was als deelnemer aan de manifestatie, zodat er geen reden is om aan te nemen dat eiser in de negatieve belangstelling van die autoriteiten stond en staat. Eiser heeft zijn stelling van het tegendeel in beroep niet geconcretiseerd en onderbouwd.
7. De slechte behandeling door de oom raakt niet aan de vervolgingsgronden uit het Vluchtelingenverdrag [2] , terwijl daarnaast niet aannemelijk is dat eiser als volwassene bij terugkeer naar Guinee hieraan opnieuw zal komen bloot te staan.
8. Daarnaast heeft verweerder gemotiveerd dat uit eisers verklaringen niet valt af te leiden dat eiser aanspraak maakt op een verblijfsvergunning op grond van het traumatabeleid, zoals neergelegd in paragraaf C2/3.3 van de Vc [3] . Zoals verweerder heeft overwogen blijkt uit eisers verklaringen niet dat het door hem in 2009 waargenomen geweld naaste familie, huisgenoten of andere verwanten of vrienden met wie eiser een hechte relatie had, heeft getroffen. De slechte behandeling van eiser als kind door de oom is voor eiser blijkens zijn verklaringen niet de reden geweest om naar Europa te vluchten.
9. Eisers asielaanvraag is dan ook terecht afgewezen als ongegrond.
10. Voor zover eiser daarnaast stelt dat hij vanwege traumatisering uitstel van vertrek dient te krijgen, heeft verweerder er in het bestreden besluit terecht op gewezen dat hiervan geen medische onderbouwing is overgelegd. Verweerder heeft dan ook geen aanleiding hoeven zien om uitstel van vertrek te verlenen of om nader onderzoek te doen naar eisers medische situatie.
11. Het beroep is ongegrond.
12. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 3 maart 2023 door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2.Verdrag betreffende de status van vluchtelingen.
3.Vreemdelingencirculaire 2000.