In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 maart 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, afkomstig uit Marokko, had een asielaanvraag ingediend die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 13 maart 2023 zijn eiser en zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de staatssecretaris zich wel liet vertegenwoordigen. De rechtbank heeft na de behandeling van de zaak onmiddellijk uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geoordeeld dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De rechtbank overweegt dat eiser nog steeds procesbelang heeft, ondanks het feit dat hij niet aanwezig was. Eiser is afkomstig uit Marokko, dat wordt beschouwd als een veilig land van herkomst. De rechtbank concludeert dat eiser niet voldoet aan de vereisten voor internationale bescherming en dat zijn vrees voor ontvoering door schatzoekers niet aannemelijk is gemaakt. Eiser is meerderjarig en heeft in zijn dertien jaar in Marokko nooit problemen ervaren.
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat er eerder een terugkeerbesluit aan eiser is opgelegd, en dat hij niet heeft voldaan aan dit besluit. Daarom heeft de staatssecretaris terecht een inreisverbod opgelegd. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om van dit inreisverbod af te zien, ondanks de omstandigheden dat eiser vriendschappen in Nederland heeft opgebouwd en kan werken. De rechtbank heeft de zaak openbaar gemaakt en de uitspraak is bekendgemaakt op 13 maart 2023.