In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de beschikking van de heffingsambtenaar van de gemeente Noordwijk, waarbij de waarde van een onroerende zaak is vastgesteld op € 607.000. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. D.A.N. Bartels, heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, die betrekking heeft op de waardepeildatum van 1 januari 2020. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar de waarde aannemelijk heeft gemaakt aan de hand van een waarderapport en vergelijkingsobjecten. Eiser heeft zijn stellingen niet kunnen onderbouwen, en de rechtbank heeft geoordeeld dat de waarde niet te hoog is vastgesteld. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst erop dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.