ECLI:NL:RBDHA:2023:3372
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van proceskosten in bestuursrechtelijke procedure
Deze uitspraak betreft een verzoek van verzoekster om vergoeding van haar proceskosten in een bestuursrechtelijke procedure. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. J.A. Pieters, heeft een beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die als verweerder optreedt en wordt vertegenwoordigd door M. Fitters. Op 16 december 2022 heeft verweerder een besluit genomen, waardoor verzoekster haar verzoek om een voorlopige voorziening heeft ingetrokken en in plaats daarvan om vergoeding van haar proceskosten heeft verzocht.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, aangezien verweerder niet heeft gereageerd op het verzoek om proceskostenvergoeding, er geen bezwaar is tegen de vergoeding van de proceskosten van verzoekster. De voorzieningenrechter heeft de proceskosten vastgesteld op € 418,50, gebaseerd op 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 837,- en een wegingsfactor van 0,5. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het beroep van verzoekster van licht gewicht is, omdat het enkel gaat om de vraag of de beslistermijn is overschreden.
In de beslissing heeft de voorzieningenrechter verweerder veroordeeld tot betaling van € 418,50 aan verzoekster. Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van N. Dayerizadeh, griffier, en is openbaar uitgesproken op 13 januari 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.