ECLI:NL:RBDHA:2023:3366
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring en voortduren van de maatregel in het bestuursrechtelijke kader van vreemdelingenrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 januari 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die stelt van Marokkaanse nationaliteit te zijn, maar volgens verweerder afkomstig is uit Tunesië. De maatregel van bewaring is opgelegd op 30 oktober 2022 op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel, waarbij hij aanvoert dat verweerder onvoldoende voortvarend handelt in de verwijderingsprocedure en dat de Marokkaanse autoriteiten niet adequaat reageren op verzoeken om informatie over zijn identiteit.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en dat er geen nieuwe feiten zijn die de rechtmatigheid van de maatregel in twijfel trekken. Eiser heeft geen identiteitsdocumenten overgelegd en heeft zich bediend van meerdere aliassen, wat het onderzoek naar zijn identiteit bemoeilijkt. De rechtbank oordeelt dat het aan eiser is om actief mee te werken aan het verkrijgen van de benodigde documenten voor zijn uitzetting. De rechtbank concludeert dat verweerder voldoende voortvarend handelt en dat het beroep van eiser ongegrond is.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak openbaar gemaakt op 30 januari 2023. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.