Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 januari 2023 in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats], eiser
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
5 januari 2021. Eiser heeft hiervoor twee weken de tijd gekregen. Binnen die hersteltermijn heeft eiser weliswaar bankafschriften overgelegd, maar niet van de gehele periode. Van drie periodes heeft eiser geen bankafschriften overgelegd, namelijk van 1 tot en met 8 januari 2020, van 9 juni tot en met 7 september 2020, en van 8 december 2020 tot en met 5 januari 2021. Eiser heeft noch in het beroepschrift noch tijdens de zitting uitgelegd waarom de bankafschriften van deze periodes ontbreken. Ook heeft hij niet aannemelijk gemaakt dat hij niet in staat was om die informatie binnen de hersteltermijn aan te leveren. Onder deze omstandigheden had verweerder onvoldoende inzicht in de financiële situatie van eiser. Daarom was verweerder bevoegd de aanvraag niet in behandeling te nemen, en heeft hij hiertoe redelijkerwijs kunnen besluiten.
Beslissing
mr.S.M. Kraan, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 26 januari 2023.