ECLI:NL:RBDHA:2023:3146
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van aanvraag tot aanpassing van namenreeks in de Basisregistratie Personen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Delft. De eiser, van Egyptische afkomst, had een aanvraag ingediend om zijn namenreeks in de Basisregistratie Personen (BRP) aan te passen naar een voornaam en achternaam. De aanvraag werd afgewezen door verweerder, die stelde dat het Egyptisch recht van toepassing is op de naamgeving van eiser, waardoor hij een namenreeks heeft zonder onderscheid tussen voor- en achternaam. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard.
Tijdens de zitting op 21 februari 2023 heeft eiser zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aangaf ernstige hinder te ondervinden van de huidige registratie in de BRP. Hij stelde dat zijn voornaam en achternaam duidelijk blijken uit zijn geboorteakte en andere officiële documenten. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de registratie van eiser in de BRP correct is, aangezien er geen authentieke buitenlandse brondocumenten zijn overgelegd die een wijziging in de naamgeving rechtvaardigen. De rechtbank heeft ook overwogen dat het gelijkheidsbeginsel niet van toepassing is, omdat eiser niet heeft aangetoond dat zijn situatie vergelijkbaar is met die van anderen.
De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de aanvraag door verweerder op goede gronden is gedaan. Eiser heeft geen bewijs geleverd dat er een dubbel namenstelsel bestaat en dat hij recht heeft op een voornaam en achternaam. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.