ECLI:NL:RBDHA:2023:3146

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 maart 2023
Publicatiedatum
13 maart 2023
Zaaknummer
22-1470
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van aanvraag tot aanpassing van namenreeks in de Basisregistratie Personen

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Delft. De eiser, van Egyptische afkomst, had een aanvraag ingediend om zijn namenreeks in de Basisregistratie Personen (BRP) aan te passen naar een voornaam en achternaam. De aanvraag werd afgewezen door verweerder, die stelde dat het Egyptisch recht van toepassing is op de naamgeving van eiser, waardoor hij een namenreeks heeft zonder onderscheid tussen voor- en achternaam. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard.

Tijdens de zitting op 21 februari 2023 heeft eiser zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aangaf ernstige hinder te ondervinden van de huidige registratie in de BRP. Hij stelde dat zijn voornaam en achternaam duidelijk blijken uit zijn geboorteakte en andere officiële documenten. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de registratie van eiser in de BRP correct is, aangezien er geen authentieke buitenlandse brondocumenten zijn overgelegd die een wijziging in de naamgeving rechtvaardigen. De rechtbank heeft ook overwogen dat het gelijkheidsbeginsel niet van toepassing is, omdat eiser niet heeft aangetoond dat zijn situatie vergelijkbaar is met die van anderen.

De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de aanvraag door verweerder op goede gronden is gedaan. Eiser heeft geen bewijs geleverd dat er een dubbel namenstelsel bestaat en dat hij recht heeft op een voornaam en achternaam. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/1470

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 maart 2023 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,

en

het college van burgemeester en wethouders van Delft, verweerder

(gemachtigde: J.A. Pieter).

Procesverloop

In het besluit van 25 oktober 2021 (primair besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot aanpassing van zijn namenreeks in een voornaam en achternaam in de Basisregistratie Personen (BRP) afgewezen.
In het besluit van 20 januari 2022 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 21 februari 2023 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door een tolk. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiser is van Egyptische komaf en is op latere leeftijd in Nederland komen wonen. Hij heeft aangegeven ernstige hinder te ondervinden van het feit dat hij in de BRP met een namenreeks staat ingeschreven en wil dat dit aangepast wordt in een voornaam en een geslachtsnaam. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen, nu op eiser het Egyptisch recht van toepassing is en hij op grond daarvan een namenreeks heeft. Zonder authentieke buitenlandse brondocumenten kan verweerder geen aanpassing naar een voor- en achternaam doorvoeren.
Wat stelt eiser in beroep?
2. Eiser is van mening dat zijn voornaam [voornaam] is en zijn achternaam [achternaam] . Dit blijkt ook zo uit zijn geboorteakte, zijn Egyptische paspoort en zijn Italiaanse visum en verblijfsvergunning. Daarnaast heeft eiser Egyptische vrienden waarbij wel een voor- en achternaam in de BRP is opgenomen. Eiser ondervindt problemen door het gegeven dat hem geen voornaam is toegewezen en kan in diverse officiële documenten niets invullen bij het vakje “voornaam”.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
3. Artikel 2:58, eerste lid, van de wet BRP geeft belanghebbenden het recht rectificatie van onjuiste persoonsgegevens in de BRP te verzoeken. De vraag is of in dit geval, waarin eisers gehele namenreeks als achternaam is opgenomen, sprake is van een onjuiste registratie van eisers naam.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder op goede gronden heeft overwogen dat hier geen sprake is van een onjuiste weergave, aangezien het Egyptisch (namen)recht op eiser van toepassing is. Op grond daarvan beschikt eiser over een namenreeks, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen een voor- en achternaam. Dit volgt ook uit het Egyptisch paspoort van eiser, waar bij de identiteitsgegevens (Full Name) enkel een namenreeks staat weergegeven. Dat geheel onderaan het paspoort in de zogenaamde Machine Readable Zone de namen van eiser apart staan vermeld, maakt dit niet anders. Daarbij is van belang dat de MRZ door instanties als overheden, douane en vliegtuigmaatschappijen is ontwikkeld en gestandaardiseerd. Dat in de vertaalde geboorteakte in een apart vakje de voornaam en achternaam staan vermeld leidt ook niet tot een ander oordeel. De overige documenten waar eiser naar heeft verwezen, zoals de Italiaanse verblijfsdocumenten, verzekeringsbewijzen en afspraken bij het ziekenhuis, zijn geen authentieke buitenlandse brondocumenten. Ook wordt bij de afgifte daarvan niet gekeken naar het namenrecht van het land van herkomst. Daarom geven ook deze documenten geen aanleiding voor een ander oordeel.
4. Het argument dat eiser Egyptische vrienden heeft bij wie in de BRP wel een onderscheid tussen voor- en achternaam wordt gemaakt wordt door eiser niet concreet onderbouwd. Niet duidelijk is geworden of dit daadwerkelijk gelijke gevallen als de situatie van eiser betreffen. Daarom kan het beroep op het gelijkheidsbeginsel niet slagen.
Ter zitting heeft verweerder aangegeven er mee bekend te zijn dat er tegenwoordig ook paspoorten worden verstrekt waarin wel een onderscheid wordt gemaakt tussen voor- en achternaam. Eiser is er dan ook op gewezen dat hij bij de Egyptische autoriteiten om een naamswijziging zou kunnen vragen.
Nu eiser op grond van het Egyptische recht beschikt over een namenreeks en hij geen authentieke brondocumenten heeft aangeleverd waaruit blijkt dat er een dubbel namenstelsel wordt gehanteerd, en dus onderscheid wordt gemaakt tussen een voor- en achternaam, heeft verweerder de juiste gegevens, zoals die volgen uit het paspoort van eiser, in de BRP opgenomen en het verzoek van eiser terecht afgewezen.
5. Hoe ongebruikelijk een namenreeks in Nederland ook is en hoe hinderlijk het ook kan zijn om op sommige officiële documenten geen voornaam in te kunnen vullen, is niet aannemelijk geworden dat eiser hierdoor zo ernstig in zijn functioneren wordt beperkt dat daarom sprake zou zijn van schending van het recht op familie- en privéleven op grond van artikel 8 EVRM [1] .

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is ongegrond.
7. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M. Meijers, rechter, in aanwezigheid van
mr. T. Verschoor, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 16 maart 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.