ECLI:NL:RBDHA:2023:3140
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag studiefinanciering wegens gebrek aan status als migrerend werknemer
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De eiser had een aanvraag voor studiefinanciering ingediend, welke door de minister op 14 juli 2021 werd afgewezen. De minister stelde dat de eiser niet als migrerend werknemer kon worden aangemerkt, wat een voorwaarde is voor het verkrijgen van studiefinanciering. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd op 13 januari 2022 ongegrond verklaard. Hierop heeft eiser beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 3 februari 2023, die via videoverbinding plaatsvond, heeft eiser betoogd dat hij wel degelijk als migrerend werknemer moet worden aangemerkt. Hij voerde aan dat hij van april tot en met augustus 2021 een stage heeft gelopen, waarbij hij meer uren heeft gewerkt dan de norm en meer heeft verdiend dan de helft van de bijstandsnorm. Eiser stelde dat zijn stage reële en daadwerkelijke arbeid betrof, omdat zijn werkzaamheden van toegevoegde waarde waren en nieuwe inzichten hebben opgeleverd.
De rechtbank oordeelde echter dat de stage van eiser niet als een arbeidsovereenkomst kon worden aangemerkt, ondanks dat er werkzaamheden werden verricht en een vergoeding werd betaald. De rechtbank concludeerde dat de werkzaamheden voornamelijk in het belang van de opleiding van eiser waren en dat hij geen loon had ontvangen of gevorderd. De rechtbank verwierp het betoog van eiser en verklaarde het beroep ongegrond, waarbij de kosten voor de procedure niet door de minister vergoed hoefden te worden.