ECLI:NL:RBDHA:2023:3131
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onderzoek naar de noodzaak van ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het belang van zijn ontwikkeling
In deze zaak heeft de kinderrechter op 27 februari 2023 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige01]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 8 februari 2023 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om ondertoezichtstelling van [minderjarige01] voor de duur van één jaar en een machtiging tot uithuisplaatsing bij de vader voor zes maanden. De kinderrechter heeft kennisgenomen van de feiten, waaronder dat [minderjarige01] erkend is door de vader en dat de ouders gezamenlijk belast zijn met het ouderlijk gezag. De moeder heeft zorgen geuit over de opvoedingssituatie, maar erkent niet alle zorgen die door de Raad zijn geuit. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor [minderjarige01], die in de opvoedomgeving van de moeder is ontstaan. De kinderrechter heeft geoordeeld dat het noodzakelijk is dat [minderjarige01] bij de vader verblijft, waar hij rust en stabiliteit ervaart. De kinderrechter heeft de Raad en de gecertificeerde instelling betrokken bij de zaak en benadrukt dat er met voortvarendheid gewerkt moet worden aan contactherstel tussen [minderjarige01] en de moeder. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.