ECLI:NL:RBDHA:2023:3081
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Italië
In de zaak tussen [naam], verzoeker, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 maart 2023 uitspraak gedaan. Verzoeker heeft een asielaanvraag ingediend, maar deze is door verweerder niet in behandeling genomen op basis van het besluit dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 1 maart 2023 in Middelburg, waar verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. S. Brock, en een tolk, B. Lahham. Verweerder was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. F.A. van den Berg.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld samen met een andere zaak (NL23.2231). In de uitspraak van die zaak is het beroep van verzoeker ongegrond verklaard. Gezien deze uitspraak heeft de voorzieningenrechter besloten het verzoek om een voorlopige voorziening af te wijzen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. E.C. Jacobs, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.