Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 maart 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Syrische nationaliteit hebbende man, zijn asielaanvraag in Nederland had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen op basis van de stelling dat Oostenrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag, aangezien de eiser eerder al een verzoek om internationale bescherming in Oostenrijk had ingediend. De eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. Tijdens de zitting op 1 maart 2023 heeft de rechtbank de zaak behandeld.
De eiser voerde aan dat hij medische klachten heeft die hem belemmeren om naar Oostenrijk te worden overgedragen. Hij heeft een operatie aan zijn voet nodig en heeft medicatie, en hij stelt dat hij in Oostenrijk geen medische hulp heeft ontvangen. Daarnaast maakt hij zich zorgen om zijn familie in Syrië, die getroffen is door aardbevingen, en hij heeft behoefte om bij zijn halfbroer in Nederland te verblijven. De rechtbank oordeelde echter dat de eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn medische klachten en dat Oostenrijk in staat is om aan zijn medische behoeften te voldoen. De rechtbank concludeerde dat de eiser niet heeft aangetoond dat de overdracht aan Oostenrijk onevenredige hardheid met zich meebrengt.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.