ECLI:NL:RBDHA:2023:3033
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Letland
In de zaak tussen [naam], verzoeker, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 maart 2023 uitspraak gedaan. Verzoeker had een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door verweerder niet in behandeling genomen op de grond dat Letland verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 1 maart 2023, maar verzoeker en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. Verweerder was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld in samenhang met een andere zaak (NL23.2782). In de uitspraak van die zaak is het beroep van verzoeker ongegrond verklaard. Gezien deze uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. S.D.C.J. Verheezen, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.