ECLI:NL:RBDHA:2023:3032
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en verantwoordelijkheidskwesties onder de Dublinverordening met betrekking tot Letland
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 maart 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Oezbeekse nationaliteit, zijn asielaanvraag in Nederland had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen op basis van de stelling dat Letland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag, conform de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft de zaak op 1 maart 2023 behandeld, waarbij alleen de gemachtigde van de verweerder aanwezig was.
De rechtbank overweegt dat de eiser in Letland een verblijfstitel had, die minder dan twee jaar was verlopen, en dat Letland heeft ingestemd met het verzoek om eiser over te nemen. Eiser heeft aangevoerd dat hij in Letland is uitgebuit en dat de leefomstandigheden voor asielzoekers daar in strijd zijn met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Echter, de rechtbank oordeelt dat eiser niet heeft aangetoond dat Letland zijn verdragsverplichtingen niet nakomt. Het enkele feit dat eiser niet is uitbetaald door zijn werkgever in Letland is onvoldoende om aan te nemen dat Letland niet aan zijn verplichtingen voldoet.
De rechtbank concludeert dat de asielaanvraag van eiser terecht niet in behandeling is genomen, omdat Letland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.