ECLI:NL:RBDHA:2023:2952
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige met ernstige ontwikkelingsbedreiging
In deze zaak heeft de kinderrechter op 27 februari 2023 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [minderjarige01]. De minderjarige, geboren in 2011, wordt ernstig in zijn ontwikkeling bedreigd en hulpverlening in gedwongen kader is noodzakelijk. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige momenteel verblijft bij zijn stiefvader, en dat het in zijn belang is om daar te blijven wonen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft het verzoek tot ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing ingediend, waarbij zorgen zijn geuit over de opvoedvaardigheden van de moeder en de spanningen in de thuissituatie.
De kinderrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift en de bijlagen, waaronder een raadsrapport. Tijdens de zitting zijn de moeder, de stiefvader, en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling aanwezig geweest. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige gegrond zijn, en dat de moeder onvoldoende inzicht heeft in de gevolgen van haar gedrag. De kinderrechter heeft daarom besloten om de minderjarige onder toezicht te stellen van Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden en heeft een machtiging verleend voor uithuisplaatsing bij de stiefvader voor een periode van drie maanden.
De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat de contactmomenten tussen de moeder en de minderjarige worden uitgebreid, zodat er kan worden onderzocht of de moeder in staat is om aan de zorgbehoefte van de minderjarige te voldoen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.