3.6De beroepsgronden, in zoverre, slagen niet.
Heeft verweerder de veiligheidssituatie in Haïti voldoende betrokken?
4. Gelet op het voorgaande heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat zij individueel een reële kans heeft om bij terugkeer in een situatie terecht te komen die in strijd is met artikel 3 van het EVRM.Eiseres stelt echter dat er in Haïti sprake is van een situatie waar dermate willekeurig geweld heerst dat iedereen daarvan slachtoffer kan worden. Daarmee doet eiseres feitelijk een beroep op artikel 15, aanhef en onder c, van de Kwalificatierichtlijn(15c-situatie). Eiseres heeft in de zienswijze al gewezen op enkele bronnen ter staving van haar stelling dat de algemene situatie in Haïti in de afgelopen tijd verder is verslechterd:
- het jaarrapport over 2021 van Human Rights Watch (d.d. 13 januari 2022);
- een bericht van International Crisis Group (d.d. 27 juli 2022);
- rapport van de VN Veiligheidsraad (d.d. 13 juni 2022);
- persbericht van de UN Office of the High Commissioner of Human Rights (d.d. 17 mei 2022);
- artikel van Artsen zonder Grenzen (d.d. 12 mei 2022);
- jaarrapport van USDOS (d.d. 12 april 2022);
- artikel van Human Rights Watch (d.d. 24 maart 2022);
- nieuwbericht van The New Humanitarian (d.d. 14 november 2022);
- rapport van de Canadese Immigration and Refugee Board (d.d. 18 juli 2022);
- nieuwsbericht van New York Times (d.d. 17 oktober 2021);
- bericht van Independent (d.d. 17 oktober 2021);
- jaarrapport van Freedom House (d.d. 28 februari 2021); en
- rapport van Bertelsmann Stiftung (d.d. 23 februari 2022).
Volgens eiseres blijkt uit die bronnen dat de veiligheidssituatie sinds haar vertrek in 2019 zodanig is verslechterd dat het gevaarlijk is om terug te keren. Uit de bronnen blijkt volgens eiseres dat er honderden bendes opereren in Haïti en dat het bendegeweld is opgelaaid en dat dit in grote mate leidt tot willekeur. Deze bendes zijn door het hele land verspreid en hun geweld leidt tot zeer veel doden, waaronder ook burgerslachtoffers. Daarnaast zijn de bendes verantwoordelijk voor talloze moorden, ontvoeringen en seksuele geweldsdaden om de plaatselijke bevolking terreur in te boezemen en controle over gebieden te verkrijgen of te behouden. Voorts infiltreren de bendes voortdurend in de lokale economie. Uit die bronnen blijkt volgens eiseres ook dat de overheid hier niet, of nauwelijks, bescherming tegen kan bieden. Diverse instanties roepen landen dan ook op om geen mensen terug te sturen naar Haïti. Volgens eiseres loopt zij bij terugkeer naar Haïti een reëel risico op ernstige schade bestaande uit een ernstige en individuele bedreiging van haar leven of haar persoon als gevolg van willekeurig geweld in het kader van een binnenlands gewapend conflict, namelijk het bendegeweld. Omdat iedereen die terugkeert slachtoffer kan worden van het willekeurige geweld, en het zinloos is hiertegen bescherming te vragen, is er sprake van een 15c-situatie. Eiseres heeft daarnaast zowel in beroep als in de procedure rondom het verzoek om een voorlopig voorziening nog meer documenten overgelegd om haar stelling omtrent de verslechterde veiligheidssituatie in Haïti nader te onderbouwen. Hierbij is onder andere gewezen op een bericht van de UNHCR van 3 november 2022 waarin de UNHCR landen oproept om geen Haïtiaanse vluchtelingen terug te sturen naar Haïti.