ECLI:NL:RBDHA:2023:2923
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning regulier op humanitaire gronden en inreisverbod Somalië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een Somaliër, eiser, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder. Eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier op humanitaire gronden, die door verweerder was afgewezen. Eiser, die op jonge leeftijd naar Nederland was gekomen, had in het verleden een verblijfsvergunning gehad, maar was ongewenst verklaard na een veroordeling voor strafbare feiten. De rechtbank oordeelde dat de belangenafweging die verweerder had gemaakt onvoldoende was gemotiveerd. Verweerder had niet adequaat onderbouwd waarom eiser, na dertig jaar in Nederland te hebben gewoond, nog banden met Somalië zou hebben en in staat zou zijn om daar te overleven. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening gehouden moet worden met de uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld tot het betalen van proceskosten aan eiser.