ECLI:NL:RBDHA:2023:2885

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 maart 2023
Publicatiedatum
9 maart 2023
Zaaknummer
AWB 21/7602
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot verblijfsvergunning voor medische behandeling

Op 9 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoekster van Kameroense nationaliteit en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoekster had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met als verblijfsdoel 'medische behandeling'. Deze aanvraag werd in het primaire besluit van 4 oktober 2021 door de staatssecretaris afgewezen. Het bezwaar van verzoekster tegen dit besluit werd in het bestreden besluit van 28 december 2021 ongegrond verklaard. Hierop heeft verzoekster beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft in deze zaak bepaald dat het onderzoek ter zitting verder achterwege blijft, omdat er reeds een uitspraak is gedaan op een soortgelijke zaak (zaaknummer AWB 21/7601). Hierdoor was een voorlopige voorziening niet meer nodig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, in aanwezigheid van griffier A.P. Kuiters, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 21/7602

uitspraak van de voorzieningenrechter van 9 maart 2023 in de zaak tussen

[naam] , verzoekster

geboren op [geboortedatum] ,
van Kameroense nationaliteit,
V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. N.B. Swart),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

In het besluit van 4 oktober 2021 (primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster om verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor het verblijfsdoel ‘medische behandeling’, afgewezen.
In het besluit van 28 december 2021 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoekster tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat het onderzoek ter zitting verder achterwege blijft.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer AWB 21/7601, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van A.P. Kuiters, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.