ECLI:NL:RBDHA:2023:2883
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging ZW-uitkering en afwijzing WIA-aanvraag wegens verdiencapaciteit
Op 9 maart 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. R.E. Zalm, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), vertegenwoordigd door C. Schravesande. De rechtbank beoordeelde de beëindiging van de ZW-uitkering van eiseres per 3 januari 2022, omdat zij meer dan 65% kan verdienen van haar laatstverdiende loon. Eiseres had zich op 5 februari 2020 ziekgemeld en ontving een ZW-uitkering, maar het UWV concludeerde na medisch en arbeidsdeskundig onderzoek dat zij per 16 november 2021 weer in staat was om meer dan 65% van haar loon te verdienen.
Eiseres maakte bezwaar tegen de beëindiging van haar ZW-uitkering en de afwijzing van haar aanvraag voor een WIA-uitkering, maar de rechtbank oordeelde dat het UWV terecht had gehandeld. De rechtbank stelde vast dat eiseres in beroep uitsluitend de gronden van bezwaar had herhaald, wat niet voldoende was om de besluiten van het UWV te betwisten. De rechtbank concludeerde dat het UWV terecht had besloten om de ZW-uitkering te beëindigen en de WIA-aanvraag te weigeren, omdat de ZW-uitkering was beëindigd voor het einde van de wachttijd van 104 weken.
De beroepen van eiseres tegen de bestreden besluiten zijn ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk kreeg in deze zaak. De rechtbank heeft ook bepaald dat eiseres geen recht heeft op vergoeding van proceskosten of griffierecht, aangezien zij in beroep geen gelijk heeft gekregen.