ECLI:NL:RBDHA:2023:2843
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak
In de zaak tussen verzoeker, vertegenwoordigd door mr. G. Ocak, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. I.E. Lemmers, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 februari 2023 een mondelinge uitspraak gedaan. Verzoeker heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de Staatssecretaris op 25 januari 2023 is afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 9 februari 2023 is verzoeker, ondanks bericht van afwezigheid, niet verschenen, terwijl de verweerder wel vertegenwoordigd was.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, onder verwijzing naar een eerdere uitspraak in een vergelijkbare zaak (NL23.2320) die op dezelfde dag is gedaan. De voorzieningenrechter oordeelde dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en bekendgemaakt op 10 februari 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.