ECLI:NL:RBDHA:2023:2831
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op verzoek om herbeoordeling kinderopvangtoeslag
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat hij van mening is dat er niet tijdig is beslist op zijn verzoek tot herbeoordeling van zijn recht op kinderopvangtoeslag, ingediend op 4 juni 2020. Eiser heeft de Belastingdienst op 15 april 2022 in gebreke gesteld, waarna hij op 24 oktober 2022 beroep heeft ingesteld wegens het uitblijven van een beslissing. De rechtbank heeft de zaak op 23 februari 2023 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en de Belastingdienst werd vertegenwoordigd door twee gemachtigden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Belastingdienst op 16 maart 2021 een besluit heeft genomen, maar eiser stelt dat hij dit besluit nooit heeft ontvangen. De rechtbank oordeelt dat het belang van eiser bij een beslissing op zijn aanvraag is komen te vervallen, omdat hij geen bezwaar heeft gemaakt tegen het besluit van 16 maart 2021. De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser niet ontvankelijk is, omdat hij niet tijdig bezwaar heeft gemaakt en de termijn hiervoor inmiddels is verstreken. De rechtbank wijst erop dat eiser redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen bezwaar heeft gemaakt, waardoor hij geen toegang heeft tot de bestuursrechter. De rechtbank verklaart het beroep niet ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.