ECLI:NL:RBDHA:2023:2829
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot overbrengen vanuit Afghanistan naar Nederland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die jarenlang als beveiliger voor de Nederlandse ambassade in Kabul heeft gewerkt, heeft de minister van Buitenlandse Zaken verzocht om hem en zijn gezinsleden vanuit Afghanistan naar Nederland over te brengen. Dit verzoek werd afgewezen door de minister, waarop verzoeker beroep heeft ingesteld en de voorzieningenrechter heeft verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft zonder zitting uitspraak gedaan en overweegt dat het oordeel in deze voorlopige voorzieningenprocedure een voorlopig karakter heeft en de rechtbank in een eventuele bodemprocedure niet bindt. De rechter stelt vast dat verzoeker niet voldoet aan de voorwaarden voor overbrenging naar Nederland, zoals vastgelegd in de motie Belhaj. Bovendien zijn er meerdere lopende beroepen bij de rechtbank die dezelfde rechtsvragen aan de orde stellen, wat maakt dat de voorzieningenrechter zich terughoudend moet opstellen.
De gevraagde voorlopige voorziening, die zou leiden tot het overbrengen van verzoeker en zijn gezinsleden, wordt als te verstrekkend beschouwd, omdat de gevolgen onomkeerbaar zouden zijn. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af, wat betekent dat de minister op dit moment niet verplicht is om het overbrengen van verzoeker en zijn gezinsleden te faciliteren. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen evidente onrechtmatigheid van het besluit van de minister is en dat het besluit voldoende gemotiveerd is.