Op 8 maart 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en het UWV, waarbij de beëindiging van de Ziektewet (ZW)-uitkering van eiseres per 3 september 2021 ter discussie stond. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het UWV, dat stelde dat zij meer dan 65% van haar eerdere loon kon verdienen. De rechtbank beoordeelde het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit van 17 november 2021, waarin het UWV zijn beslissing handhaafde. Eiseres, die voorheen als telefoniste/receptioniste werkte, had zich op 3 augustus 2020 ziekgemeld en ontving een ZW-uitkering. Na medisch en arbeidsdeskundig onderzoek concludeerde het UWV dat haar uitkering kon worden beëindigd omdat zij in staat was om meer dan 65% van haar oude loon te verdienen.
De rechtbank oordeelde dat het UWV terecht had besloten om de ZW-uitkering van eiseres te beëindigen. De verzekeringsarts had de medische belastbaarheid van eiseres overtuigend gemotiveerd en er waren geen aanwijzingen voor meer beperkingen dan in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) waren opgenomen. Eiseres had weliswaar klachten, maar deze waren niet van dien aard dat ze haar geschiktheid voor de geduide functies in twijfel konden trekken. De rechtbank volgde de argumentatie van het UWV en concludeerde dat er geen medische objectieve onderbouwing was voor verdergaande beperkingen. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, wat betekende dat zij geen gelijk kreeg en haar griffierecht niet vergoed zou worden.