ECLI:NL:RBDHA:2023:2804
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening tegen handhaving werkzaamheden aan waterkering
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 maart 2023, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoekers, bestaande uit [verzoeker 1] B.V., [verzoeker 2] en [verzoeker 3], hebben bezwaar gemaakt tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem om handhavend op te treden tegen werkzaamheden aan de [adres] te [plaats]. Deze werkzaamheden omvatten onder andere het verwijderen en opnieuw aanbrengen van asfalt, het verhogen van het trottoir en het aanleggen van kabels en leidingen. Verzoekers vrezen dat deze werkzaamheden de stabiliteit van de waterkering aantasten en dat hierdoor hun eigendommen in gevaar komen.
Het college heeft het handhavingsverzoek afgewezen, stellende dat de werkzaamheden onder normaal onderhoud vallen en geen omgevingsvergunning vereisen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening behandeld op 9 februari 2023, waarbij partijen de gelegenheid kregen om nadere stukken in te dienen. De voorzieningenrechter concludeert dat de werkzaamheden niet vergunningplichtig zijn en dat er geen sprake is van een (dreigende) overtreding. Hierdoor is er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen, en wordt het verzoek afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.