In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 maart 2023, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van eiseres behandeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar bezwaarschrift, dat was afgewezen wegens termijnoverschrijding. De voorzieningenrechter oordeelt dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is, omdat eiseres op basis van een onjuiste mededeling van een gemeentelijke medewerker had aangenomen dat de bezwaartermijn liep vanaf 28 december 2022. Dit leidde tot de conclusie dat het bezwaarschrift, dat op 6 februari 2023 was ingediend, binnen de termijn was. De voorzieningenrechter stelt vast dat het college van burgemeester en wethouders van Leiderdorp het bezwaarschrift ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard.
De voorzieningenrechter oordeelt dat het bestreden besluit in strijd is met artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het college niet op de juiste wijze heeft bekendgemaakt dat het primaire besluit van 8 december 2022 was genomen. Hierdoor kon eiseres niet worden verweten dat zij de publicaties niet in de gaten hield. De voorzieningenrechter vernietigt het bestreden besluit en draagt het college op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt het primaire besluit geschorst tot zes weken na de bekendmaking van het nieuwe besluit. Eiseres heeft recht op vergoeding van het griffierecht, maar er zijn geen proceskosten gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen.