ECLI:NL:RBDHA:2023:2764

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 februari 2023
Publicatiedatum
7 maart 2023
Zaaknummer
22-618
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing Wajong-uitkering wegens niet-ingezeten zijn op 18e verjaardag

Op 21 februari 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres had op 9 april 2021 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, maar deze aanvraag werd afgewezen omdat zij op haar 18e verjaardag geen ingezetene van Nederland was. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op die datum niet in Nederland woonde en ook geen duurzame band met Nederland had. Eiseres had tot haar verhuizing naar Nederland in november 2019 voornamelijk in de Filippijnen gewoond.

De rechtbank oordeelde dat de Wet Wajong 2015 vereist dat een aanvrager op zijn 18e verjaardag ingezetene van Nederland moet zijn om in aanmerking te komen voor een uitkering. De rechtbank concludeerde dat het Uwv de aanvraag terecht had afgewezen, aangezien eiseres niet voldeed aan dit vereiste. Eiseres had ook geen recht op een beoordeling van haar medische situatie, omdat de afwijzing niet op medische gronden was gebaseerd.

De rechtbank heeft de uitspraak onmiddellijk na de zitting gedaan en het beroep van eiseres ongegrond verklaard. Eiseres krijgt geen terugbetaling van het griffierecht en ook geen vergoeding van haar proceskosten. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/618
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 februari 2023 in de zaak tussen

[eiseres], uit [woonplaats], eiseres,

en
de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, het Uwv
(gemachtigde: mr. J.S. de Vreeze).

Zitting

De rechtbank heeft het beroep van eiseres tegen het besluit van het Uwv van 14 december 2021 (het bestreden besluit) op 21 februari 2023 op zitting behandeld. Eiseres, bijgestaan door haar vader [A], is verschenen. Verder is [B] als begeleider van de vader van eiseres meegekomen. De gemachtigde van het Uwv is ook verschenen.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan. De motivering van die uitspraak vermeldt de rechtbank hierna onder de beslissing.

Beslissing

Het beroep is ongegrond. Dit betekent dat eiseres geen gelijk krijgt.

Uitleg van de beslissing

1. Eiseres heeft op 9 april 2021 een aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong 2015) gedaan. De aanvraag is afgewezen door het Uwv, omdat eiseres op haar 18e verjaardag geen ingezetene van Nederland was. In de Wet Wajong 2015 staat dat je, om in aanmerking te kunnen komen voor een Wajong-uitkering, op je 18e verjaardag ingezetene van Nederland moet zijn. De rechtbank is van oordeel dat eisers op haar 18e verjaardag ([geboortedag] 2012) geen ingezetene van Nederland was. Eiseres woonde op dat moment niet in Nederland en ook niet in een land van de Europese Unie, Liechtenstein, Noorwegen, IJsland of Zwitserland. Eiseres heeft tot haar verhuizing naar Nederland, medio november 2019, met name in de Filippijnen gewoond. Eiseres had ook geen duurzame band van persoonlijke aard met Nederland. Dat eiseres kort in Nederland heeft gewoond toen zij twee jaar oud was en dat zij de Nederlandse nationaliteit heeft, is daarvoor niet voldoende. De rechtbank vindt dus dat het Uwv de Wajong-aanvraag terecht heeft afgewezen, omdat zij geen ingezetene van Nederland was op haar 18e verjaardag. De Wet Wajong 2015 geeft geen ruimte om vanwege de Nederlandse nationaliteit van eiseres een uitzondering te maken.
2. Omdat eiseres niet voldoet aan het vereiste van ingezetene zijn, is de aanvraag niet afgewezen op grond van de medische beoordeling van de verzekeringsarts. Eiseres heeft zich beroepen op een mededeling van een medewerker van het Uwv dat er met betrekking tot autisme sprake is van een ‘grijs gebied’. Omdat dit betrekking heeft op de medische beoordeling, kan dit geen rol spelen in deze beroepsprocedure.
3. De rechtbank begrijpt dat eiseres tegen veel problemen aanloopt en graag aanspraak wil maken op een Wajong-uitkering, maar de Wet Wajong 2015 biedt daarvoor in dit geval geen mogelijkheden.

Conclusie en gevolgen

4. Het beroep is ongegrond. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.
5. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan op de hieronder omschreven wijze.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 21 februari 2023 door mr. J.B. Wijnholt, rechter, in aanwezigheid van mr. H.J. Verspuij-Fung, griffier.
Griffier
Rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.