Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
wonende te [woonplaats01] ,
verzoekende partij,
DE STAAT DER NEDERLANDEN, Ministerie van Buitenlandse Zaken,
zetelende te Den Haag,
verwerende partij,
1.Procedure
- het verzoekschrift met producties, ter griffie van de rechtbank ingekomen op 6 december 2022;
- het op 26 januari 2023 ingekomen verweerschrift, met producties;
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
De kantonrechter heeft geen reden te twijfelen aan deze verklaring. Weliswaar stelt de staat dat het gelet op de hoogte van het richeltje aannemelijk is dat [verzoeker01] niet is gestruikeld over het richeltje maar haar voet verkeerd heeft neergezet en daardoor is blijven haken achter de traptrede zelf, maar dit is slechts een theorie waarvoor er verder geen aanwijzingen bestaan. Daarbij komt dat de Staat zelf in zijn conclusie van antwoord heeft aangevoerd dat het anti-slipricheltje zorgt voor oneffenheden op de trede waardoor het voorstelbaar is dat iemand – die zijn voeten niet goed optilt – over dit richeltje kan struikelen. Daar komt bij dat de bedrijfsarts na het ongeval naar de betreffende trap is gegaan om te kijken hoe het ongeval zo heeft kunnen gebeuren. De bedrijfsarts heeft naar aanleiding daarvan verklaard dat volgens haar het feit dat elke trede op het einde een opstaand randje heeft dat ca 3 tot 5 mm uitsteekt, waarschijnlijk voldoende is om er achter te blijven haken als je hoge hakken draagt en niet volstrekt geconcentreerd de trap afloopt. Dat dit zo is, kan ook worden afgeleid uit het feit dat, zoals [verzoeker01] onbetwist heeft aangevoerd, er sinds de verbouwing en de renovatie van de trappen in het kantoor vier keer melding is gemaakt van valpartijen op de trappen terwijl niet blijkt dat dergelijke valpartijen na de in dat kader getroffen maatregelen nog gemeld zijn. Gelet op het voorgaande gaat de kantonrechter er vanuit dat [verzoeker01] ten val is gekomen doordat zij achter een richel is blijven haken.
Daarin volgt de kantonrechter de Staat niet gelet op het volgende.
● Opvallend is dat alle trappen (…) een richel aan de voorzijde van de trede hebben. In de norm staat het volgende: “Treden moeten, tenminste ter plaatse van het loopgebied, aan de voorzijde zijn afgerond of zijn voorzien van een gebroken kant. Standaard wordt de trede over de hele breedte aan de voorzijde afgerond met een radius van 6mm (NEN 3509-1:2008:4.22). Het scenario dat een medewerker door deze richel struikelt is niet ondenkbaar.
“Ik ben zelf zojuist ook even gaan kijken. Ik moet eerlijk zeggen dat ik ze zelf niet zo snel in huis zou maken. Dat is ook een kwestie van smaak, maar los daarvan gaart het erom dat de trappen veilig moeten zijn. (…)Het komt er eigenlijk op neer (…) dat er een opstaande rand op de trap zit die kan veroorzaken dat mensen vallen. Die rand is te hoog en wordt afgeslepen, zodat het geen rand meer is waar je achter kunt blijven haken. Daarmee zou de trap aan de eisen moeten voldoen.”