Uitspraak
Rechtbank den haag
1.ZILVEREN KRUIS ZORGVERZEKERINGEN N.V.te Utrecht,
INTERPOLIS ZORGVERZEKERINGEN N.V.te Leiden,
FBTO ZORGVERZEKERINGEN N.V.te Leeuwarden,
DE FRIESLAND ZORGVERZEKERAAR N.V.te Leeuwarden,
ACHMEA ZORGVERZEKERINGEN N.V.te Leiden,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
objectief, transparant en non-discriminatoirzijn (Hof ’s-Hertogenbosch, 19 oktober 2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:3159). Het vorenstaande geldt behoudens voor zover er beperkingen gelden op grond van publiekrechtelijke regelgeving en het algemeen verbintenissenrecht. Dat laatste brengt mee dat de contractvrijheid wordt begrensd door de maatstaven van redelijkheid en billijkheid.
een bijzondere zorgvuldigheidin acht dienen te nemen jegens [de Stichting] . Daartoe is het volgende redengevend. [de Stichting] heeft onweersproken gesteld dat zij al jarenlang (eerst via haar rechtsvoorganger) een contractuele relatie heeft met Zilveren Kruis c.s. voor de levering van wijkverpleging. In ieder geval sinds deze zorg per 1 januari 2015 onder de Zvw is gaan vallen is hiervan al sprake, maar daarvoor had [de Stichting] ook al een dergelijke relatie met (destijds) het zorgkantoor De Friesland. Voorts hebben Zilveren Kruis c.s. de stelling van [de Stichting] dat zij afhankelijk is van Zilveren Kruis c.s., gelet op hun zeer grote marktaandeel in haar regio, niet weersproken. Zilveren Kruis c.s. hebben daaraan toegevoegd dat zij ook afhankelijk zijn van [de Stichting] gelet op haar zeer hoge marktaandeel in dat werkgebied. Dat heeft [de Stichting] op haar beurt ook niet weersproken. Dit doet aan de door Zilveren Kruis c.s. in acht te nemen bijzondere zorgvuldigheid echter niet af. Integendeel, in dit specifieke geval is dus sprake van een grote wederzijdse afhankelijkheid van elkaar. In combinatie met de jarenlange contractuele relatie tussen partijen vormt dat voldoende reden om in dit geval aan te nemen dat Zilveren Kruis c.s. een bijzondere zorgvuldigheid in acht moeten nemen bij het bepalen van de tarieven.
omzetvan de wijkverpleging in 2021 met 0,3 miljoen is gedaald, zoals in de jaarstukken 2021 valt te lezen, vormt ook geen bevestiging van het standpunt van [de Stichting] ten aanzien van de omvang van de geleden verliezen. Daartegenover hebben Zilveren Kruis c.s. er terecht op gewezen dat in de jaarstukken wel expliciet is opgenomen dat “naar verwachting […] ook het resultaat over 2022 positief [zal] zijn”. Dat de tarieven voor wijkverpleging in het verleden al niet reëel waren en dat de thans aangeboden tarieven dús ook niet reëel zijn, omdat bij de bepaling van de tarieven over 2023 de verlieslatende tarieven van 2022 tot uitgangspunt zijn genomen, zoals [de Stichting] stelt, kan daarom in dit geding niet worden gevolgd.
“De expliciete toezegging van de zorgverzekeraars dat zij ook al voor contractjaar 2023 IZA-conform gaan inkopen en contracteren en dat zij verwachten daardoor 250 miljoen euro (bijna 8%) aan extra omzet in de wijkverpleging 2023 te realiseren ten opzichte van de realisatie in 2022. Deels (175 miljoen) in de vorm van extra middelen middels IZA-conforme contractering en inkoopafspraken (in het reguliere inkoopproces) voor o.a. vitalisering van de sector, passende zorg, meer ruimte in de wijk, systeemfuncties (dekking en tarief) ed. En deels (75 miljoen, gegarandeerd) in een IZA-fonds voor wijkverpleging onder gezamenlijke aansturing van ZN en de sector.”De voorzieningenrechter volgt Zilveren Kruis c.s. in hun verweer dat daarmee geen expliciete afspraken zijn gemaakt over de wijze van besteding van deze extra gelden. Zilveren Kruis c.s. hebben toegelicht dat zij ervoor hebben gekozen om 2/3e deel generiek in de indexatie te versleutelen en de gelden voor het overige te besteden aan doelgerichte (doelmatigheids)afspraken, hogere volumes of extra budgetten voor ketenfuncties en om knelpunten in bepaalde regio’s op te lossen. De voorzieningenrechter volgt Zilveren Kruis c.s. in hun standpunt dat zij daarmee niet hebben gehandeld in strijd met de verplichtingen uit het IZA en dat dit niet maakt dat zij daardoor geen reëel tarief bieden. Dat andere verzekeraars wel de gehele 5% aan indexatie toepassen, zoals volgens [de Stichting] het geval is, maakt dat niet anders.