Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 februari 2023 in de zaken tussen
het college van burgemeester en wethouders gemeente Leiden, het college
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 17 februari 2023 uitspraak gedaan in de zaken SGR 21/104 en SGR 21/105, waarin eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde P.S.L. van der Heide, in beroep zijn gekomen tegen de afwijzing van hun aanvraag om schuldhulp door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden. De aanvraag werd afgewezen omdat eisers niet voldeden aan de voorwaarden die het college had gesteld, waaronder de eis van professionele bewindvoering en een stabiele financiële situatie gedurende minimaal drie maanden. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers op 13 februari 2019 waren aangemeld voor schuldhulp, maar dat hun eerdere schuldhulp op 25 februari 2020 was beëindigd vanwege het niet tijdig aanleveren van belangrijke informatie. In de procedure heeft de rechtbank vastgesteld dat het college in redelijkheid aanvullende voorwaarden heeft kunnen stellen aan de aanvraag voor schuldhulp, gezien de eerdere ervaringen met eisers en de noodzaak voor volledige openheid van zaken. De rechtbank oordeelde dat het college terecht had besloten de aanvraag af te wijzen, omdat eisers niet onder professionele bewindvoering stonden en niet voldeden aan de gestelde voorwaarden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bepaalde dat het griffierecht in de zaak SGR 21/105 aan eiser werd terugbetaald, aangezien er sprake was van één gezamenlijk beroep.