ECLI:NL:RBDHA:2023:2582
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.L. Sandberg-Crommelin
- K.D. van den Berg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt met dementie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 februari 2023 uitspraak gedaan over een verzoek tot het verlenen van een rechterlijke machtiging voor opname en verblijf van een cliënt, geboren in 1935, die lijdt aan dementie. Het verzoek was ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en was gericht op het verlenen van een machtiging voor de duur van zes maanden, op basis van artikel 24 van de Wet zorg en dwang (Wzd). Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de cliënt, zijn partner, de mentor, de specialist ouderengeneeskunde en de bewindvoerder. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten dementie, en dat deze aandoening leidt tot ernstig nadeel, waaronder een onveilige woonsituatie en onvoldoende zorg voor zichzelf. Ondanks de zorgen over de veiligheid in de woning, heeft de rechtbank geoordeeld dat er op dat moment nog minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. De rechtbank heeft de afwijzing van het verzoek tot rechterlijke machtiging gemotiveerd door te stellen dat de cliënt en zijn partner recentelijk stappen hebben gezet om de situatie te verbeteren en dat het accepteren van hulp essentieel is voor de toekomst. De rechtbank heeft het verzoek tot het verlenen van een rechterlijke machtiging afgewezen, met de overweging dat de cliënt in staat is om met de juiste ondersteuning thuis te blijven wonen.