ECLI:NL:RBDHA:2023:2531

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 maart 2023
Publicatiedatum
3 maart 2023
Zaaknummer
NL23.4961
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Periodieke toetsing van de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring in het bestuursrecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 maart 2023 uitspraak gedaan over de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring die aan eiser is opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft geconstateerd dat er een lange termijn is verstreken zonder dat eiser beroep heeft ingesteld tegen het voortduren van de maatregel. Op basis van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft de rechtbank ambtshalve een toetsing uitgevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er zicht is op uitzetting naar India, aangezien de Indiase autoriteiten in beginsel meewerken aan de afgifte van een laissez passer. De rechtbank heeft ook overwogen dat de lange duur van het onderzoek op zichzelf niet doorslaggevend is voor de rechtmatigheid van de maatregel.

De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de Staatssecretaris voldoende voortvarend heeft gehandeld in de voorbereiding van de uitzetting. Eiser heeft niet aangetoond dat hij zijn medewerkingsplicht heeft nageleefd, wat bijdraagt aan het risico van onttrekking aan het toezicht. De rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring rechtmatig is en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Eiser kan binnen een week na bekendmaking van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.4961
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. E.R. Weegenaar),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: R. Hopman).

Procesverloop

Verweerder heeft op 12 oktober 2022 aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) opgelegd.
De rechtbank heeft de rechtmatigheid van deze maatregel van bewaring eerder getoetst. Uit de uitspraak van 27 oktober 2022 (in de zaak NL22.20654) volgt dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek dat aan die uitspraak ten grondslag ligt (24 oktober 2022).
Deze maatregel duurt nog voort. Inmiddels is een lange termijn verstreken zonder dat door of namens eiser beroep is ingesteld tegen het voortduren van de maatregel van bewaring. Op grond van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 8 november 20221 toetst de rechtbank nu ambtshalve of deze maatregel nog voldoet aan de eisen die daaraan door het Unierecht worden gesteld.
Verweerder heeft een voortgangsrapportage overgelegd. Eiser heeft hierop gereageerd. Daarbij heeft hij verzocht om schadevergoeding. Vervolgens heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft.
1 ECLI:EU:C:2022:858.

Overwegingen

1. De rechtbank oordeelt over het zicht op uitzetting als volgt. In beginsel werken de Indiase autoriteiten mee aan de verstrekking van een laissez passer (lp). De Indiase autoriteiten hebben de aanvraag om afgifte van een lp ten behoeve van eiser in behandeling genomen en het onderzoek in dit verband loopt nog. De Indiase autoriteiten hebben niet meegedeeld dat zij in het geval van eiser niet tot afgifte van een lp zullen overgaan. De enkele omstandigheid dat de aanvraag nu ruim zes maanden in behandeling is, is onvoldoende voor het oordeel dat de Indiase autoriteiten geen lp meer voor eiser zullen verstrekken en dat daarmee het zicht op zijn uitzetting ontbreekt.
2. Bij de rechterlijke toets of verweerder de uitzetting voortvarend verricht, dient de rechtbank het geheel aan handelingen ter voorbereiding van de uitzetting in ogenschouw te nemen. In dat verband is van belang dat verweerder nog op 3 februari 2023 heeft gerappelleerd bij de Indiase autoriteiten en dat verweerder nog op 9 februari 2023 een vertrekgesprek met eiser heeft gevoerd. Het is niet aannemelijk dat de uitzetting van eiser kan worden bespoedigd, indien verweerder méér of andere handelingen verricht. Verder geldt onverminderd dat op eiser de plicht rust om zijn actieve en volledige medewerking te verlenen aan zijn uitzetting. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiser niet aangetoond dat hij afdoende invulling heeft gegeven aan zijn medewerkingsplicht. Zo heeft eiser tot op heden zijn gestelde identiteit niet met documenten onderbouwd. Al met al is de rechtbank van oordeel dat verweerder vooralsnog voldoende voortvarend werkt aan de uitzetting van eiser.
3. Er is onverkort een risico dat eiser zich aan het toezicht op vreemdeling en zal onttrekken. Verder is er geen garantie dat de uitzetting van eiser zal worden gerealiseerd indien aan hem een lichter middel dan de maatregel van bewaring wordt opgelegd. Eiser heeft voorts geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die verweerder ertoe hadden moeten brengen om met een lichter middel te volstaan. Terecht heeft verweerder de belangenafweging in het nadeel van eiser laten uitvallen.
4. De rechtbank komt tot de conclusie dat de voortduring van de maatregel van bewaring van eiser nog steeds rechtmatig is. Hieruit vloeit voort dat er geen aanleiding is om eiser schadevergoeding of een proceskostenveroordeling toe te kennen.

Beslissing

De rechtbank:
  • oordeelt dat de maatregel van bewaring onverkort rechtmatig is;
  • wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van
N. Dayerizadeh, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
01 maart 2023

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.