Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] en [naam], verzoekers
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 28 februari 2023, hebben verzoekers, twee broers, elk afzonderlijk beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op hun asielaanvragen van 22 september 2021. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 25 januari 2023 de asielaanvragen van verzoekers ingewilligd. Na deze beslissing hebben verzoekers hun beroepen ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb, en dat verzoekers recht hebben op proceskostenvergoeding omdat verweerder hen tegemoet is gekomen door alsnog te beslissen op hun asielaanvragen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van samenhangende zaken, aangezien verzoekers op dezelfde datum Nederland zijn ingereisd en hun asielaanvragen hebben ingediend. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten, vastgesteld op € 418,50, op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). De wegingsfactor 'licht' is van toepassing, omdat de beroepen enkel betrekking hadden op het niet tijdig nemen van een besluit. De uitspraak is gedaan door rechter E.F. Bethlehem, in aanwezigheid van griffier N.M.L. van der Kammen, en is openbaar gemaakt.