ECLI:NL:RBDHA:2023:2508

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 februari 2023
Publicatiedatum
3 maart 2023
Zaaknummer
NL22.18172
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake asielaanvraag en proceskostenvergoeding

In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, ingediend op 31 januari 2022. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 26 oktober 2022 de asielaanvraag van eiser ingewilligd. Eiser heeft desondanks het beroep gehandhaafd, ondanks dat de asielaanvraag inmiddels was goedgekeurd. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep, gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit, niet-ontvankelijk is. Dit is gebaseerd op het feit dat de inwilliging van de asielaanvraag aan het beroep tegemoet is gekomen, waardoor eiser geen procesbelang meer heeft volgens artikel 6:20, derde lid, van de Awb.

Desondanks heeft de rechtbank verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 418,50. Deze kosten zijn berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij rekening is gehouden met de wegingsfactor 'licht', aangezien het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.18172

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiser

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. M.B. van den Toorn-Volkers),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 31 januari 2022.
Verweerder is niet ingegaan op het verzoek om een verweerschrift in te dienen.
Bij besluit van 26 oktober 2022 heeft verweerder de asielaanvraag van eiser ingewilligd.
Desgevraagd heeft eiser medegedeeld dat hij het beroep handhaaft.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Voor zover het beroep is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de asielaanvraag van eiser, stelt de rechtbank vast dat met de inwilliging van de asielaanvraag aan het beroep tegemoet is gekomen, zodat eiser gelet op het bepaalde in artikel 6:20, derde lid, van de Awb geen procesbelang meer heeft.
2. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.
3. Eiser heeft vanwege het niet-tijdig beslissen op zijn aanvraag beroep kunnen instellen bij de rechtbank. De rechtbank ziet daarom aanleiding om verweerder te veroordelen in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 418,50 bestaande uit een punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 837,- en vermenigvuldigd met wegingsfactor 0,5 (licht). De rechtbank is van oordeel dat de wegingsfactor ‘licht’ van toepassing is aangezien het beroep alleen ziet op het niet tijdig nemen van een besluit.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van 418,50 (vierhonderdachttien euro en vijftig cent).
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. N.F. Kreeftmeijer, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.