Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Afwijzing machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling
[betrokkene01] ,
Procesverloop
- de arts, [naam02] .
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 februari 2023 uitspraak gedaan over een verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt, ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op 13 februari 2023. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, omdat de cliënt geen actief verzet meer vertoonde tegen de voortzetting van haar verblijf in een accommodatie. De rechtbank overweegt dat de medische verklaring die door de psychiater was afgegeven niet voldeed aan de wettelijke vereisten. De psychiater had de cliënt via videobellen beoordeeld, maar er was geen noodsituatie die dit rechtvaardigde. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Hoge Raad, waarin is gesteld dat de psychiater de betrokkene persoonlijk moet onderzoeken, tenzij er een dringende noodzaak is om dit niet te doen. De rechtbank concludeert dat de medische verklaring niet aan deze eisen voldeed, wat leidde tot de afwijzing van het verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling.
De rechtbank benadrukt dat de psychiater in zijn verklaring moet verantwoorden waarom hij de betrokkene niet persoonlijk heeft kunnen onderzoeken. In dit geval was er geen uitleg gegeven over de reden waarom de psychiater de cliënt niet in persoon heeft kunnen spreken en observeren. De rechtbank komt tot de conclusie dat de afwijzing van het verzoek gerechtvaardigd is, gezien de omstandigheden en de gebreken in de medische verklaring.