ECLI:NL:RBDHA:2023:2414

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 februari 2023
Publicatiedatum
2 maart 2023
Zaaknummer
NL22.7793
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering machtiging tot voorlopig verblijf op basis van polygamie in gezinshereniging

In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de weigering van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om haar een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) te verlenen voor het doel van gezinshereniging met haar dochter, referente. De staatssecretaris had het bezwaar van eiseres kennelijk ongegrond verklaard, met als argument dat het verlenen van de mvv zou leiden tot een situatie van polygamie, wat in strijd is met de Nederlandse openbare orde. Eiseres, van Eritrese nationaliteit, heeft aangevoerd dat er geen sprake is van polygamie, maar van een gezinsleven dat zij met haar dochter wil uitoefenen. De rechtbank heeft de zaak op 19 januari 2023 behandeld, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde en de referente en haar vader ook aanwezig waren.

De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris ten onrechte heeft aangenomen dat de situatie van polygamie zich zou voordoen. De rechtbank benadrukt dat de hoofdpersoon in deze zaak de dochter van eiseres is en dat er geen bewijs is dat eiseres ooit gehuwd is geweest met de vader van referente. De rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de aanvraag van eiseres niet in behandeling kon worden genomen. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en geeft de staatssecretaris de opdracht om opnieuw op het bezwaar van eiseres te beslissen. Tevens wordt de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 1.674, en moet het griffierecht van € 184 worden vergoed.

De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen vier weken na de bekendmaking van deze uitspraak een beroepschrift in te dienen bij de Raad van State als zij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.7793

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiseres

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. J.C.A. Koen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. A.M.H.W. van Heerebeek-de Graaf).

Procesverloop

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar bezwaar tegen de weigering om haar een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor het doel ‘verblijf als familie- of gezinslid bij [Naam 2]’ te verstrekken.
Bij besluit van 26 juli 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres kennelijk ongegrond verklaard. Op grond van artikel 6:20, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft het beroep mede betrekking op het bestreden besluit.
Eiseres heeft schriftelijk gereageerd op het bestreden besluit en meegedeeld geen prijs meer te stellen op een oordeel over het beroep voor zover dit ziet op het niet tijdig beslissen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 19 januari 2023 op zitting behandeld. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Verder zijn verschenen [Naam 2], referente, en [Naam 3], de vader van referente. Als tolk is verschenen Z. Haile. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres stelt te zijn geboren op [Geboortedatum] en de Eritrese nationaliteit te hebben. Referente stelt de dochter van eiseres te zijn. Zij wil dat haar moeder bij haar in Nederland kan verblijven en heeft daartoe op 14 september 2019 bij verweerder een aanvraag ingediend om verlening van een mvv.
2. Bij besluit van 30 augustus 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder deze aanvraag afgewezen. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de identiteit van eiseres en de gestelde familierechtelijke relatie tussen eiseres en referente zijn aangetoond. Verweerder stelt zich echter ook op het standpunt dat met het inwilligen van de aanvraag een situatie van polygamie zou ontstaan, terwijl dit in Nederland in strijd met de openbare orde en niet in het belang van het kind wordt geacht. Daartoe heeft verweerder overwogen dat referente momenteel in Nederland bij haar vader woont en dat de vader van eiseres gehuwd is met [Naam 4]. Ook heeft verweerder daartoe overwogen dat eiseres en de vader van referente tot diens vertrek uit Saoedi-Arabië samen een gezin vormden op basis van partnerschap en dat, gelet op de verklaringen van eiseres tijdens het gehoor van 27 juli 2021, de relatie tussen eiseres en de vader van referente niet aantoonbaar is verbroken. Daarnaast stelt verweerder zich op het standpunt dat de afweging van het belang van eiseres om in Nederland bij referente te verblijven tegen het belang van de Nederlandse overheid bij het voeren van het toelatingsbeleid, niet in het voordeel van eiseres uitvalt.
3. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit. Bij het bestreden besluit is het bezwaar van eiseres kennelijk ongegrond verklaard.
4. Daartegen voert eiseres het volgende aan. Verweerder miskent dat hier geen sprake is van de situatie dat de vader van referente vraagt om overkomst van een tweede echtgenote, maar van een kind dat gezinsleven met haar moeder wenst uit te oefenen. Uit de verklaringen van eiseres volgt dat zij weliswaar een affectieve relatie had met de vader van referente, maar dit was geen partnerrelatie en deze relatie is bovendien inmiddels verbroken. Door dit niet te onderkennen, handelt verweerder in strijd met de artikelen 8 en 14 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Ook beschouwt verweerder dusdoende de belangen van het kind tegengesteld aan de wetgever in artikel 1:204 van het Burgerlijk Wetboek. Daarnaast heeft verweerder door te verwijzen naar een algemene lijn geen individuele belangenafweging gemaakt, en heeft verweerder miskend dat er wel degelijk een objectieve belemmering bestaat voor uitoefening van het gezinsleven door eiseres en referente in Saoedi-Arabië (waar eiseres momenteel verblijft) aangezien het onevenredig belastend is voor referente om haar vader en broertje in Nederland te verlaten. Ten slotte heeft verweerder ten onrechte de proceskosten in bezwaar niet vergoed.
De rechtbank oordeelt als volgt.
5. Op grond van artikel 2q, eerste lid, van de Vw kan de afgifte van een mvv worden geweigerd als niet is aangetoond dat de vreemdeling voor wie de aanvraag is gedaan voldoet aan de vereisten voor toegang en verblijf.
In artikel 3.13 van het Vreemdelingenbesluit 2000 is geregeld dat de verblijfsvergunning voor verblijf als familie- of gezinslid wordt verleend aan het in artikel 3.14 genoemde gezinslid van de in artikel 3.15 bedoelde hoofdpersoon, indien wordt voldaan aan alle in de artikelen 3.16 tot en met 3.22a genoemde voorwaarden.
Op grond van artikel 3.16 van het Vreemdelingenbesluit 2000, en volgens de onderdelen B7/3.1.4 en C2/4.1.3 van de Vreemdelingencirculaire 2000, wordt, zolang de vreemdeling of de hoofdpersoon met meer dan één andere persoon tegelijkertijd door een huwelijk of een partnerschap is verbonden, slechts aan één echtgenoot, geregistreerde partner of partner, alsmede aan de uit die vreemdeling geboren minderjarige kinderen, een verblijfsvergunning regulier voor verblijf als familie- of gezinslid verleend. Uit de jurisprudentie volgt dat deze bepalingen gerechtvaardigd zijn omdat polygamie naar algemene in Nederland heersende maatschappelijke opvattingen in strijd is met de goede zeden en de openbare orde.
6. Anders dan in het primaire besluit, heeft verweerder in het bestreden besluit, het verweerschrift en ter zitting onderkend dat de situatie zoals bedoeld in deze bepalingen zich in dit geval niet voordoet. Verweerder stelt zich echter op het standpunt dat deze bepalingen analoog moeten worden toegepast.
7. De rechtbank volgt verweerder hierin niet. In de eerste plaats is de hoofdpersoon (referent) in deze zaak niet een (voormalig) partner van eiseres, maar een dochter. Voor zover verweerder – eerst in het verweerschrift – stelt dat referente geen middelen heeft om haar moeder te onderhouden en te huisvesten, en verweerder daarmee zou twijfelen of wel is voldaan aan de voorwaarden om als hoofdpersoon op te treden, heeft verweerder dit nog niet voldoende onderzocht en gemotiveerd. Verder is niet in geschil dat eiseres nooit gehuwd is geweest met de vader van referente, dan wel een officieel partnerschap met hem heeft gehad. Zelfs al zou na de toelating van eiseres de situatie ontstaan waarvoor verweerder kennelijk vreest, namelijk dat eiseres bij de vader van referente en diens echtgenote intrekt, dan zou dit geen polygame situatie opleveren. Hiertoe is van belang dat in het Nederlandse recht alleen het aangaan van meer dan één huwelijk of geregistreerd partnerschap ontoelaatbaar wordt geacht (artikelen 1:33 en 1:80a, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek en artikelen 90octies en 237 van het Wetboek van Strafrecht), en het aangaan van een (affectieve) relatie naast een huwelijk of geregistreerd partnerschap niet. Dat in dit geval nog steeds sprake zou zijn van een affectieve relatie tussen eiseres en de vader van referente, is door eiseres overigens uitdrukkelijk betwist en door verweerder niet verder onderzocht.
8. Nu verweerders weigering aldus berust op een onjuiste motivering, kan het bestreden besluit niet in stand blijven. Het bestreden besluit is in strijd met artikel 2q van de Vw. Aan de vraag of het bestreden besluit in overeenstemming is met artikel 8 van het EVRM komt de rechtbank niet toe.
9. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard en het bestreden besluit zal worden vernietigd, met de opdracht aan verweerder om opnieuw op het bezwaar van eiseres te beslissen. Er is geen ruimte om de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten. De rechtbank ziet evenmin aanleiding voor een bestuurlijke lus, nu verweerder de inwilligbaarheid van de aanvraag in bezwaar opnieuw zal moeten onderzoeken en niet valt in te schatten hoe lang dat onderzoek zal moeten duren. De rechtbank zal om die reden ook geen termijn stellen voor het nemen van een nieuw besluit.
10. De rechtbank ziet in de gegrondverklaring van het beroep aanleiding om verweerder te veroordelen in de door eiseres gemaakte proceskosten en om te bepalen dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht moet vergoeden. De proceskosten worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor een door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 1.674 bestaande uit een punt voor het indienen van het beroepschrift en een punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 837 en vermenigvuldigd met wegingsfactor 1 (gemiddeld). Omdat er geen reden was om het primaire besluit te herroepen, komt eiseres geen vergoeding van de in bezwaar gemaakte proceskosten toe.

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart het beroep gegrond;
 vernietigt het bestreden besluit;
 bepaalt dat verweerder opnieuw beslist op het bezwaar van eiseres;
 veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten ter hoogte van € 1.674 (zestienhonderdvierenzeventig euro);
 bepaalt dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht ter hoogte van € 184 (honderdvierentachtig euro) moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.