ECLI:NL:RBDHA:2023:2412
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Italië
In de zaak tussen [Naam], verzoeker, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 27 februari 2023 uitspraak gedaan. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag die door de staatssecretaris niet in behandeling is genomen. Dit besluit is genomen op 18 januari 2023, waarbij verweerder stelde dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van verzoeker. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 15 februari 2023 in Middelburg, waar verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde, mr. S. Brock, en waar ook een tolk, W.M. Mamik, aanwezig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening samen met een andere zaak, NL23.1759, behandeld. In de uitspraak van die andere zaak is het beroep ongegrond verklaard, wat ook van invloed is op het verzoek om voorlopige voorziening in deze zaak.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de Rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.